SITE DOORZOEKEN MET GOOGLE SEARCH

2021 Foto's

Foto van de week 1 - 7 november 2021

ANSICHTEN afl. 153 Haaksbergen, Rietbrug te Buurse

Deze fraaie kaart van de Rietbrug in Buurse ging in de zomer van het derde oorlogsjaar (1942) op de post voor de familie Schonebeek in Amsterdam. Afzenders waren Frans, Leis en Corry.
De Rietbrug in de Stendermolenweg is een van de 23 bruggen en vonders (wandelbruggen) die in de gemeente Haaksbergen over de Buurserbeek liggen. De brug ligt op een fraaie, maar enigzins verscholen plek en vormt vanuit de Meijersgaardenweg de toegang tot het Buurserzand. Dit verhaal probeert een antwoord te geven op de vraag hoe lang er op deze plek al een brug aanwezig is. Ook de naam Rietbrug wordt verklaard en het blijkt niet de oudste naam voor deze bruglocatie te zijn.

Oude Beek en Hanzestad Deventer
De Buurserbeek heeft vroeger op verschillende plaatsen andere beddingen gevolgd. Voor omstreeks 1400 zou de beek zich bij het erve Grobbink (Alsteedseweg) ter hoogte van de Braambrug in twee takken hebben gesplitst: een noordelijke en zuidelijke tak. De noordelijke tak volgde tot aan de Morsbrug de huidige bedding, maar stroomde dan noordwestelijk richting De Rutbeek en Hegebeek//Hagmolenbeek. De zuidelijke tak stroomde vanaf erve Grobbink zuidelijk van de huidige kerkdorpen en de Buurser Es richting de Koekoeksbrug. Aan deze zuiktak liggen veel van de oudste erven van Buurse, die in het verleden kennelijk veel wateroverlast kenden. De stad Deventer was aan het einde van de Middeleeuwen een belangrijk handelscentrum geworden en probeerde de waterverbinding met het achterland te verbeteren door bestaande beken bevaarbaar te maken en deze door kanaaltjes/kanalen met elkaar te verbinden. Tussen 1399 en 1402 is door de bemoeiienis van de hanzestad Deventer het nodige gewijzigd aan de loop of lopen van de Buurserbeek. Volgens de overlevering en de beschrijving in ‘Historie van Haaksberen deel I’ zou het huidige traject van de beek dat ligt tussen de Broekheurnerweg en de Koekoeksbrug omstreeks 1400 zijn gegraven. De noordtak en het nieuwe traject vormden nu de hoofdloop van de beek, waardoor ook het probleem rond de wateroverlast langs het zuidelijke traject opgelost was. De overlevering zegt over deze vergraving van het beektraject: “ze [de boeren van destijds] hebt em d’r hen edreamn”. Het zuidelijke traject wordt sindsdien de Oude Beek (de Oale Bekke) genoemd.
Met deze geschiedenis kan ook iets over de ouderdom van de Rietbrug worden gezegd. Na het graven van het nieuwe beektraject zal op deze locatie mogelijk kort na 1400 een brug aangelegd zijn. Ten zuiden van de brug bevonden zich de oude erven van Buurse met de daarbij behorende oude grond (bouw- en weilanden). Ten noorden van de brug lag de voor de landbouw benodigde markegrond, zeg maar het huidige Buurserzand. Dat terrein moest voor de begrazing door koeien en schapen bereikbaar zijn en daarvoor was een brug ‘broodnodig’. De aanwezigheid van een vroegere voorde, een doorwaadbare plaats voor bijvoorbeeld het vee, lijkt hier bij een gegraven watergang niet vanzelfsprekend.

Markeboek
De oudste vermelding van een voorganger van de Rietbrug vinden we in het markeboek van Buurse. Op de holtink (markevergadering) van 10 augustus 1614 stelden de aanwezigen vast, dat de Westendorperbrug en de Neyenbrug (vermoedelijk de Oortjesbrug) gerepareerd moesten worden. De boeren van Boekelo onder Enschede en die van Beckum hadden bij de eerste brug een dam in de beek gegooid, waardoor hij de oude loop (richting het noorden naar de Hegebeek en Rutbeek) dreigde te hernemen. Inmiddels was de dam bij hoog water weer weggeslagen.
De naam Westendorpbrug blijkt de oude benaming voor de Rietbrug te zijn.

Westendorp en De Riet
Zowel de namen Westendorp- als Rietbrug zijn vernoemingen naar boerderijen in de nabijheid van de brug, beide op ’n Porik gelegen. Dat de brug oorspronkelijk geen Rietbrug heette is te verklaren. Westendorp is een veel ouder erf dan de Riet. Het erve Westendorp is middeleeuws en was tot 1371 eigendom van het Stift Metelen. Het erve De Riet is pas eind 16e eeuw ontstaan en wordt voor het eerst genoemd in het verpondingsregister van Twente van 1601/02 als ‘die Ryth, ein kottenstede’ (1601) en ‘de Rydt, eyn half erve’ (1602). De Riet is op dat moment een katerstede. Dat waren meestal de jongere erven. Zij hadden aanvankelijk geen stemrecht in de marke. Het is dus logisch dat de naam Rietbrug in 1614 nog niet in omloop was. Het erve De Riet had op dat moment nog nauwelijks bestaansrecht.
Het erve Westendorp is na de verkoop door het stift in meerdere delen uiteen gevallen. Afsplitsingen Westendorp bestaan heden ten dage nog en liggen aan de Porikweg. Het oude Westendorp zelf is eind 19e eeuw afgebroken. Het lag op de splitsing van de Porikweg, achter het erve Luttike Westendorp of de Meijer. Het erve De Riet splitste voor 1700 in twee delen: de Riet en Meisterboer. Meisterboer is ruim 60 jaar geleden door brand verdwenen. De Riet is de boerderij van de familie Wissink aan de Meijersgaardenweg.

Betekenis Riet
In Twente en de Achterhoek komen op veel plaatsen boerderij- en veldnamen voor met de aanduiding Riet. Riet of Rijt is de naam van een natuurlijk water en betekent feitelijk een waterloop. De veldnaamaanduiding ‘riet’ kun je dan ook voornamelijk aantreffen in de buurt van beekjes of waterlopen en in laaggelegen moerassig gebied. Er zijn dan ook veel Oost Nederlandse familienamen die verwijzen naar een ‘riet’. Denk aan Ter of Te Riet, Rietman, Rietberg, Riethof, Riethorst en Te Rietmole(n). De bewoners van De Riet in Buurse droegen voor 1800 de familienaam Te Riet.

Smokkelactiviteiten
In 1809 en 1811, dus in de Franse tijd, moest richter Willem Waanders onder andere opgave doen van de in de gemeente aanwezige wegen, waterlopen en bruggen. Hij geeft een opsomming van de gemeentelijke bruggen aanwezig over de Schipbeek, die door iedereen “zoo wel in als uitheemsche’’ vrij gebruikt mogen worden. In Buurse waren dit de Braambrug, de Rietbrug en de Keupersbrug. De laatste blijkt de huidige Koekoeksburg te zijn. Het schrijven zegt verder niets over het eigendom.
In 1819 blijken zowel de Koekoeks- als Rietbrug het toneel te zijn van smokkelacties en dat past natuurlijk bij een grensdorp. Het smokkelen van foezel, tabak en boter was in vroeger tijd een welkome financiële aanvulling voor boerenjongens uit de grensstreek. Om het smokkelen te bestrijden, patrouilleerden de douaniers langs de grens over de zogenaamde commiezenpaadjes. Om dit te omzeilen lieten de smokkelaars de foezel in varkensblazen de Buurserbeek afdrijven. Maar ook dit ging niet altijd goed. “Het Hoog Geregtshof voor de Financiën” liet in de Staatscourant van 6 april 1819 enkele vangsten uit de provincie Overijssel publiceren. Op 2 januari 1819 onderschepten ‘de beambten des rijks’, die toen nog onder het Corps Grensjagers vielen, bij de Rietbrug in Buurse “een ½ ankers vaatje, met 8 stoop [kruik] jenever, 5 ledige blazen en een zak. Ruim 14 dagen later op 19 januari was de vangst “aan de Koekoeksbrug- en Rietbrugge 2 vaatjes, inhoudende te zamen elf stoop jenever”.

Van hout naar beton
In 1846 kregen de heren Staring en Stieltjens opdracht van de provincie Overijssel een onderzoek in te stellen naar de toestand van de Overijsselse Wateren. Onderzocht werden alle bevaarbare beken en rivieren, waaronder de Buurserbeek/Schipbeek. Het lijvige rapport verscheen in 1847 en vermeldde over de Rietbrug dat de aangelanden er eigenaar van waren. De brug was toen in particuliere handen, maar moet voor 1892 eigendom van de gemeente Haaksbergen zijn geworden. Dat had waarschijnlijk te maken met het feit dat de marke Buurse na 1838 voor het grootste deel was opgeheven en de gronden onder rechthebbenden waren verdeeld. Om deze bereikbaar te maken waren diverse wegen aangelegd, ook ten noorden van de Rietbrug. De brug had een meer algemeen belang gekregen. Uit het verslag van een raadsveradering van 15 juni 1892 blijkt dat de Rietbrug hersteld moest worden. De voorzitter, burgemeester J.M. Vincent, “brengt verslag uit omtrent de te doene herstellingen aan de zoogenaamde Rietbrug, liggende over de Schipbeek te Buurse, waarvan de kosten worden begroot op f. 210,-.” Na enige disscussie wordt besloten om “die brug vóór 1 september e.k. volkomen te doen herstellen met leverantie van wintergehouwen eikenhout, op dagloon, door timmerman G. Overbeek te Buurse.”
Deze houten brug zal er gelegen hebben tot de kanalisatie van de Buurserbeek in 1936/37. Tijdens deze zogenaamde verbeteringswerken zijn praktisch alle voordien bestaande beekovergangen, doorwaadbare plaatsen, bruggen enz., komen te vervallen. Toen de werken in 1938 waren afgerond lag er een nieuwe Rietbrug en dat is de brug die we op de foto zien. Ook deze brug had niet het eeuwige leven en heeft amper 40 jaar bestaan. De huidige betonnen brug dateert uit 1974. In februari dat jaar had Heijdemij Nederland BV namens de gemeente Haaksberen in hotel Eijsink aanbesteed “het bouwen van de Rietbrug en de Molenveldsbrug, beide uit te voeren in beton”. Beide bruggen waren najaar 1974 gereed. In september meldde de Tubantia dat de bruggen op het aanbrengen van de leuningen na waren vernieuwd. Aannemersbedrijf De Leeuw uit Alphen had in plaats van de beide oude houten bruggen twee nieuwe betonnen bruggen geslagen. De nieuwe bruggen hebben een een grotere rijbreedte (ruim 4 meter) en zijn hoger boven de beek gebouwd. De kosten voor beide bruggen bedroegen f. 390.000,-. De gemeente kreeg hiervoor een belangrijke rijksbijdrage in het kader van de bestrijding van de werkloosheid in de bouw.

Rietbrugweg
Op 23 januari 1967 nam de gemeenteraad van Haaksbergen het besluit een zandweg tussen de Stendermolenweg en Oude Buurserdijk te voorzien van de naam Rietbrugweg. Omstreeks 2000 is het eerste deel van deze zandweg, gelegen tussen de Stendermolenweg en Oortjesweg, door Ruilverkavelingsactiviteiten opgegeven en bij het naastliggende perceel gevoegd.

Bronnen:
-Historie van Haaksbergen deel I en Waterschap de Schipbeek 1881-1981.
-Staatscourant 6-4-1819
-Tubantia 18-6-1892, 23-2-1974 en 10-9-1974 (via Delpher).


Foto afkomstig van de Facebookpagina Oud-Haaksbergen: https://www.facebook.com/groups/171140093245568, geüpload met commentaar door Eric Ooink van de Historische Kring Haaksbergen

Laatst aangepast opzondag, 12 March 2023 20:33

Openingstijden Historisch Centrum

maandag 09.00-12.00 en 13.30-17.00 uur
dinsdag 09.00-12.00 en 13.30-17.00 uur
woensdag Gesloten
donderdag 19.00-22.00 uur
vrijdag  09.00-12.00 uur

Contact

Historische Kring Haaksbergen
Markt 3 - Souterrain Gemeentehuis    
7481 HS  HAAKSBERGEN
Tel.: 053-5742374
E-mail: info@historischekringhaaksbergen.nl 

Bankrekeningen

Voor schenkingen en giften:
Rabobank: NL76RABO0324229917
ANBI-nr. 8056.08.837
Voor lidmaatschap en abonnement:
Ing: NL23INGB0002547699

Overige gegevens 

Kamer van Koophandel: 40073806
Fiscaal nummer: 8056.08.837
Statuten