Foto van de week 4 - 10 oktober 2021
- lettergrootte lettergrootte verkleinen Lettergrootte verkleinen
ANSICHTEN afl. 149 F.R.C. Eijsink Hotel “de Moriaan” Haaksbergen
Twee dezelfde fotokaarten van Hotel De Moriaan aan de Spoorstraat 22-24, op de hoek van de Blankenburgerstraat. De kaarten zijn onderscheidend door de geschreven tekst en de onderste kent als foto-bijschrift de naam van het hotel, hoewel deze na uitgave is bijgeschreven. De foto van het hotel werd zo’n 120 jaar geleden, omstreeks 1901, genomen door fotograaf H. Nieweg uit Steenwijk. Aan de linkerkant is het koetshuis zichtbaar. Dit bouwwerk, dat ook wel als stalling en wagenhuis werd aangeduid, was in 1900 gerealiseerd. In 1935 werd op deze plek het huidige winkelpand gebouwd in opdracht van kapper Klunder (nu De Zuivelhoeve, Spoorstraat 26).
De kaarten zijn zogenaamde ‘doorlopers’. Dit zijn de oorspronkelijke ansichtkaarten, waarbij de hele achterkant was gereserveerd voor de adressering. Tot 1905 mocht in Nederland de achterkant van een prentbriefkaart alleen gebruikt worden om naam, adres en woonplaats op te schrijven. Soms zie je bij deze kaarten de geschreven teksten op de voorkant staan.
De bovenste totaal beschreven kaart bevat op de achterkant drie poststempels met de datum 13 oktober 1902! De kaart is op één dag op drie postkantoren afgestempeld in de volgorde Haaksbergen, Winterswijk en als eindbestemming Groenlo. De afzender is ene Mine, die de ansicht postte voor de “Jongejuffrouw M. Reiring, Pensionnaat St. Jozef, Groenlo”. Mine schrijft: “Lieve Marie. Zeker zal je dit gezicht wel kennen. Hoe gaat het toch met je, je laat niets van je zien of horen. Vraag eens aan Soeur Angelina of je mij een paar woordjes terug mag schrijven. Ik hoor nog wel eens gaarne iets van Groenloo. Dag, lieve Marie, doe vooral vele groeten aan Sr. Supérieure, Sr. Angélina en de andere Eerw. Zusters en zijt hartelijk omhelsd door je liefs. Mine”.
Pensionaat St. Jozef
Het ging er kennelijk streng aan toe in dat pensionaat in ‘Grolle’. Stel dat je nu, buiten lesuren, zou moeten vragen om iemand een appje te sturen… Op internet vond ik een advertentie uit het katholieke dagblad De Tijd van 2 juli 1888, waaruit iets blijkt over dit instituut in Groenlo. “R.K. Pensionaat voor jongejuffrouwen, Groenlo, Prov. Gelderland. Onderwijs in de Hollandse, Fransche en Duitsche Taal, in de Nuttige en Fraaie Handwerken, in het behandelen der Wasch en het verrichten van Huiselijke bezigheden. Er bestaat tevens gelegenheid tot het leeren van Muziek. De gezonde luchtstreek, de ruime Speel- en Wandelplaatsen maken deze Inrichting zeer aanbevelenswaardig. Groenlo is door middel van een stoomtram met den spoorweg verbonden. Kostgeld jaarlijks f 125,-. Verdere inlichten zijn te bekomen bij den Zeereerwaarden Heer Bosman, Pastoor der Parochie, of aan de Inrichting-zelve”.
Het zal duidelijk zijn dat de meisjes die van deze kostschool kwamen van wanten wisten… en dat hun ouders tot de hoogste klassen behoorden (ondernemers, eigenaren van grote boerenbedrijven).
Wie waren nu Marie en Mine uit 1902? Marie heet Marie Reiring en Mine verraad door haar schrijven haar afkomst. Ze schrijft aan Marie: “zeker zal je dit gezicht wel kennen”. Ze maakt hiermee duidelijk dat Marie bekend is met Hotel De Moriaan in Haaksbergen. Mine is goed bekend met de zusters van het instituut en vraagt zelf de groeten te doen aan moeder overste. Zij heeft kennelijk ook zelf haar onderwijs hier genoten en zal enkele jaren ouder zijn dan Marie. Marie en Mine zijn elkaars nichten en hotel De Moriaan is het ouderlijk huis van Mine Eijsink, waarover straks meer. Om te onderbouwen dat de vader van Mine, Floris Eijsink sr., de kostschool voor zijn dochter kon bekostigen dient een belastinglijst uit 1887. In dat jaar had de eigenaar van hotel De Moriaan een belastbaar inkomen van f. 1100,- (klasse 15) en daarmee behoorde hij tot de gegoede burgerij.
Baasje zit op de bank
Onder de foto op de andere kaart staat de naam van de eigenaar van het hotel geschreven: F.R.C. Eijsink. De kaart is gericht aan mevrouw E.H. Denekamp aan de Smedenstraat in Deventer. (de heer Denekamp op dit adres was koopman/handelsreiziger). Op de voorkant staat geschreven: “Hier zit baasje op de bank”. Ik heb een close-up toegevoegd, zodat dit baasje nader bekeken kan worden. We zien twee dames en een heer. U mag zeggen wie hier het baasje is. Ik denk de mevrouw rechts. Hotel De Moriaan werd in die tijd gerund door F.R.C. (Floris) Eijsink (1841-1913) en zijn tweede vrouw A.M.G. (Leida) Eijsink-Westerman (1849-1908). Aangezien de naam van F.R.C. Eijsink onder de foto is geplaatst lijkt het me dat mevrouw Eijsink de kaart zelf heeft verstuurd. Ik heb sterk de indruk dat de mevrouw rechts op de bank Leida Eijsink-Westerman is en dat we haar man aan de rechterkant van de foto zien. Het lijkt er op dat hij rechts van de toegangsdeur letterlijk staat ‘uit te blazen’. Let op de fraaie raamroosters aan de toegangsdeuren. Hierboven kan in elk gevel met grote letters ‘Vergunning’ worden gelezen. Bovenaan de voorgevel (onder de goot) vinden we de naam van de zaak: DE MORIAAN F.R.C. EIJSINK.
Korte geschiedenis Hotel De Moriaan
In 1808 kocht Gerhardus Eijsink het zogenaamde Mantenshuis op de hoek van de huidige Spoorstraat met de Blankenburgerstraat. Het pand werd ingericht als logement. Het kreeg aanvankelijk de naam ‘De Keizerskroon’, later werd dit ‘De Moriaan’. Volgens het archief van de familie Eijsink werd hotel De Moriaan in 1816 in gebruik genomen. Na 1850 kwamen ook twee naaststaande panden in de Spoorstraat in het bezit van Eijsink, waarvan het meest linker pand werd ingericht als koetshuis en stalhouderij. Het andere pand werd samen met het oude logement, het Mantenshuis, verbouwd zodat het steeds meer de allure van een respectabel hotel kreeg. Nadat het hotel ruim een eeuw had bestaan viel in 1918 deur van ‘De Moriaan’ definitief in het slot. Het voormalige hotel werd in de periode 1919-1927 in drie delen werd verkocht. Als eerste kreeg het hoekpand (rechts op de foto) in 1919 een nieuwe eigenaar, namelijk de familie Konings uit Winterswijk. Later had Annie Strengers hier haar galanterie- en speelgoedzaak en tot 2020 was hier de winkel van Intertoys gevestigd. Het linkerdeel van het hotel werd in 1925 door slager Brummelhuis gekocht en kapper Klunder kocht enkele jaren later de voormalige stalhouderij annex koetshuis.
Familierelatie Reiring en Eijsink
Gerhardus Johannes Eijsink (1808-1884) was de vertegenwoordiger van de tweede generatie Eijsink als hotelhouder op ‘De Moriaan’. Hij huwde in 1831 met Geertrui Schuurmans (1805-1837) van Hotel Stad Munster in Winterswijk. Na haar overlijden hertrouwde Eijsink in 1839 met haar zuster Helena Schuurmans (1812-1859). Twee kinderen uit dit laatste huwelijk zijn hier van belang.
1) Floris Eijsink
Florentinus Rudolphus Christianus (Floris sr.) Eijsink (1841-1913) was de tweede zoon en volgde zijn vader op als logement- of hotelhouder op ‘De Moriaan’. Hij huwde in 1877 met Wilhelmina M.E. Böckers (1856-1880) uit Heek (Westfalen). Zij kregen een dochtertje dat al na negen maanden overleed. Na het overlijden van zijn vrouw in 1880 hertrouwde Floris in 1882 met Leida Westerman (1849-1908) uit Lichtenvoorde. Uit dit laatste huwelijk werden zes kinderen geboren, drie jongens en drie meisjes, maar hiervan werden er maar twee volwassen: Mine (1886-1966) en Floris jr (1893-1982). Mine Eijsink, de schrijfster van de kaart uit 1902, huwde in 1913 met Leo ten Brink. Deze was manufacturier en oprichter van de Wollenstoffenfabriek in Haaksbergen. Na het overlijden van Leo in 1924 hertrouwde Mina in 1927 met diens broer Hugo ten Brink. Hugo was koopman en vanaf 1918 directeur van de Wollenstoffenfabriek, een textielfabriek die stond op de plek van de TKF.
Hotelhouder Floris Eijsink sr. was directeur van het Pancratius-kerkkoor en vele jaren gemeenteraadslid. Hij overleed in 1913. Het inmiddels monumentale grafmonument van hem en zijn tweede vrouw is nog altijd aanwezig op de parochiebegraafplaats aan de Enschedesestraat. Als hotelhouder werd hij opgevolgd door Floris jr., maar deze had duidelijk andere ambities en besloot het hotel in 1918 te sluiten.
2) Dina Reiring-Eijsink
Bernardina Josephina Johanna (Dina) Eijsink (1852-1921) huwde in 1876 te Winterswijk met Johann Heinrich Reiring (1844-1917) van Gasthof Grünewald [tot 2020 Landgasthof ‘Ludwig’ Reirink] uit Zwillbrock. Het echtpaar Reiring-Eijsink werd uitbater van Hotel Stad Munster in Winterswijk, het ouderlijk huis van Dina’s moeder. Nog altijd is het monumentale Hotel Restaurant Stad Munster in hartje Winterswijk te vinden. Het huidige pand aan de Markt dateert uit 1911 en is gebouwd in de prachtige Jugendstil-architectuur. Het hotel dankt haar naam aan de Vrede van Munster, die in hetzelfde jaar tot stand kwam als het hotel dat in 1648 begon als herberg. In de eerste helft van de 19e eeuw was de familie Schuurmans hier de uitbater. Het echtpaar Reiring-Eijsink op ‘Stad Munster’ kreeg twaalf kinderen. Na vier generaties Reiring werd het hotel in 1979 verkocht.
Marie Reiring
Marie Reiring (1889-1967) was de op één na jongste dochter van het echtpaar Reiring-Eijsink. Zij ging op jonge leeftijd naar het Pensionaat St. Jozef, waar ze een goede opleiding heeft genoten. Na haar schoolperiode keert ze terug naar Winterswijk en helpt in de zaak van haar ouders en later haar broer en schoonzus. Op latere leeftijd krijgt ze een relatie met de bijna twaalf jaar oudere Willibrord Vermeulen uit Amsterdam. Op 48-jarige leeftijd werd ze zijn bruid. De huwelijksvoltrekking vond plaats op zaterdag 6 november 1937 in de parochiekerk van de H. Thomas van Aquino aan de Rijnstraat in Amsterdam. Het echtpaar woonde in de hoofdstad aan de Frederik Hendrikstraat. Na tien jaar huwelijk overleed Vermeulen, die in Amsterdam werd begraven. Marie keerde terug naar haar roots in Winterswijk en trok bij haar familie in. Op de eerste decemberdag van 1967 sloot zij definitief haar ogen en werd begraven bij haar familie op de parochiebegraafplaats aan de Tuunterstraat in Winterswijk. In 1987 werd haar nicht Josepine H.J.M. Reiring, de ongehuwde oudste dochter van haar broer, naast haar in het dubbele graf te ruste gelegd. De familie Reiring ligt in één rij begraven en anno 2021 is ook het graf van de ouders Reiring-Eijsink nog aanwezig. De grafmonumenten maken duidelijk dat ook de Reirings het iets breder hadden dan de gemiddelde inwoner van Winterswijk.
Bronnen:
-Het geslacht Eijsink door Theo Eijsink, Arnhem / -eigen genealogisch bestand /-archief familie Eijsink / -R.K. begraafplaats Winterswijk en diverse familieadvertenties (via de site van het CBG in Den Haag).
Foto afkomstig van de Facebookpagina Oud-Haaksbergen: https://www.facebook.com/groups/171140093245568, geüpload met commentaar door Eric Ooink van de Historische Kring Haaksbergen