SITE DOORZOEKEN MET GOOGLE SEARCH

2021 Foto's

Foto van de week 1 - 7 februari 2021

De Watermölle biej Hoksebarge (Nieuwjaarsgroet 1905) ANSICHTEN afl. 115

Het is onvoorstelbaar waar (oude) ansichten uit Haaksbergen kunnen belanden. Onlangs kocht ik deze bijzondere kaart (een ‘doorloper’) van een handelaar uit Biarritz (Frankrijk). Op oudejaarsdag 1904 schreef Dien of Dina Berghege-Bosch deze nieuwjaarsgroet voor de heer Klein Bog en familie aan de Ootmarsumsestraat in Almelo. Deze Klein Bog was onderwijzer in Almelo en was afkomstig uit het Needse Achterveld.
De nieuwjaarsgroet voor het jaar 1905 bevat behalve een foto van de Oostendorper Watermolen het gedicht ‘De Watermölle biej Hoksebarge’ van Herman Berghege. De verzender van deze kaart is Herman’s kersverse en trotse vrouw.

ZOON VAN DE DOMINEE
De dichter Herman Berghege werd op 5 februari 1864 geboren in de oude N.H.-pastorie in Haaksbergen, als zoon van de in Zutphen geboren predikant Jan Berghege en de in Leiden geboren Anna Elisabeth Zaalberg.
Dominee Jan Berghege was van 1857 tot 1889 predikant in Haaksbergen. Zijn vorige standplaats was Gapinge in Zeeland, waar zijn twee oudste kinderen waren geboren. Te Haaksbergen werd het gezin Berghege uitgebreid met nog eens zeven kinderen, waarvan de jongste twee zonen in 1865 en 1869 als baby stierven. In de Haaksbergse periode van ds. Berghege werd de bouwvallig geworden pastorie vervangen door de huidige Hervormde pastorie, die in 1875 werd opgeleverd en waar in de jaren 2007-2020 woningcorporatie Domijn huisde. Na het overlijden van zijn jongere broertjes was Herman als kind nummer zes de jongste zoon in het gezin. Hoewel hij alleen zijn jeugd doorbracht in Haaksbergen klinkt deze periode in al zijn werk door. Over het persoonlijke leven van Hermans jeugdjaren is weinig bekend, maar uit zijn nagelaten geschriften valt af te leiden, dat hij aan het dorpsleven van die dagen intensief heeft deelgenomen.

OPLEIDING EN CARRIÉRE
Na zijn jeugdjaren bezocht Herman het gymnasium te Zutphen en in Zwolle. Later was hij werkzaam bij de belastingdienst te Winschoten en te Hoorn. Vervolgens werkte hij in Groenlo op de gemeentesecretarie en in Almelo op de Landbouwersbank. Verder heeft hij vanaf 1904 gewerkt bij de gemeente Deventer en later nog als administrateur van een ziekenfonds. In 1931 ging hij te Deventer met pensioen.

GEZINSLEVEN
Herman huwde in 1904 in Lochem met Berendina Hendrika (Dien) Bosch (1867-1941) uit Lochem. Uit dit huwelijk werden in Deventer twee dochters geboren: Anna Maria Dina in 1905 en Joanna Adriana Hermance in 1906.Vanaf hun huwelijk woonde het echtpaar Berghege in Deventer. De laatste jaren aan de Brinkgreveweg 9. Herman overleed hier op 26 maart 1937.

HERMANS LITERAIRE OEUVRE
Herman Berghege heeft een bescheiden oeuvre op zijn naam staan, maar zijn kwaliteiten worden geroemd. Hij begon met publiceren rond de eeuwwisseling toen hij in Almelo woonde. In 1903 verscheen zijn belangrijkste werk, de dichtbundel ‘Uit het land van den Tubant’. Een bijzondere uitgave, want nooit eerder was een dichtbundel verschenen met alleen in het Twents geschreven gedichten. Behalve deze dichtbundel, verscheen in 1935 nog de bundel ‘Oet Hoksebarge’. Zijn gave verstechniek wordt ‘opvallend’ genoemd. Nergens heeft hij moeite met maat en rijm, alles doet volkomen natuurlijk en gewoon aan; de versregels lopen als vanzelf. Hij beheerste het dialect zo goed dat hij blijkbaar in de streektaal kon ‘denken’, alvorens de regels op te schrijven, aldus Jan Vredenberg, die twee artikelen over Berghege publiceerde.

Daarnaast publiceerde hij in Driemaandelijkse Bladen, het tijdschrift voor taal en volksleven in het oosten van Nederland, vanaf 1907 over volksgebruiken in Haaksbergen, over kinderspelen, volksgeneesmiddelen etc. Hij gaf zijn bijdragen de titel Oet d'n olden en d'n niejen tied met als ondertitel Oet Hoksebarge. Het is geheel in het Haaksbergs geschreven en al direct valt het zuivere taalgebruik op. Herman heeft de taal van zijn geboortedorp door en door gekend en volgens de kenners over het geheel uitstekend weergegeven. Maar in het algemeen heeft Berghege zijn ‘Hoksebargs’ heel goed onder de knie.
Zes gedichten werden op muziek gezet en in 1930 uitgegeven onder de titel Twenthe zingt. Door andere auteurs werden gedichten van hem opgenomen in verzamelwerken o.a. door Cato Elderink in ‘Oet et laand van aleer’ en door G.J. ter Kuile in ‘Ons Twenthe’.
In 1983 verscheen bij boekhandel Broekhuis Haaksbergen, naar aanleiding van het 10-jarig bestaan van het Haaksbergse filiaal, een bloemlezing uit zijn werk: ‘Oet Hoksebarge, Bloemlezing uit de gedichten van de Haaksbergse dichter Herman Berghege’.
Ondanks zijn qua omvang beperkte oeuvre wordt Berghege door Frank Löwik in zijn proefschrift De Twentse beweging tot de betere Twentse dichters gerekend en deelt Löwik hem wat betreft kwaliteit van het werk in bij de categorie waartoe ook Cato Elderink, ‘Meester’ Vloedbeld en Johanna van Buren behoren.

HERMAN BERGHEGE OVER ZIJN GEBOORTEDORP (OET HOKSEBARGE):
"Too 'k nog 'nen kleinen jonge wazze, was onze dorp ook nog kleiner at 't noe is. Olde petretjes he'k der nog genog van, en ik kieke der ait nog met 't meeste geneugen nao, en 't dut mi-j altied wille, a'k dee olde paolbörgers der zee staon".
"Op 'n karkhof, rondum de roomse karke, daor stonn' allemaole zwaore hoge beume. Zo hier en daor had'n ze weer nieje in-ezat, dee 't ok wal good dean, mear de iepen, vleugelmännekes (esdoorns) en kristanniënbeume (kastanjebomen) mossen 't allemaole ofleggen teggen dee onmundig grote linde, dee op den hook van 't karkhof ston, en umdat in jaoren al nim mear (nums meer) op 'n karkhof begreaven worden, en ze der noe de karmse en de mark heelden, worden ze de marktlinde neumd. Noe is dee linde ook vot, mer de kinder van 'n jaor of tiene twaalven dech 't (heugt 't) wisse nog wa, dat e der ston. 't Was 'nen kroezen boom den 't ze heel mooi op-esneuid hadden. Um den dikken stam ha'j eers 'ne baanke, dan stonnen der boeten umme hen, bi-j wieze van stutten allemaole pöale, net 'n loshuusken (prieeltje) en daor ha'j weer 'ne banke in 't ronde an-etimmerd.Den boom den mos is hebben können praoten! Hee mag wal meer as twee doezend jaor aold hebben ewes, en ik leuve, dat van oolder tot oolder de kinder en de jongeleu zik daor hebt zitten vertellen van alles en nog wat. Aoverdag vreulike (plezerige) vertelseltjes, en 's aovens griwwelige dinge".
Zo schildert Berghege ons in beeldende en kernachtige taal, hoe dat marktplein er in de jaren 1880-1890 moet hebben uitgezien. Dit heeft hem geïnspireerd tot het gedicht De Mark-Linde, waarvan hieronder het eerste deel wordt weergegeven:

Op d’n Karkhof ston ne line
Met täkke wied en breed,
Woar ‘k zeuke, och ik vinde
Toch ziensgelieke neet.
D’r ston ne oale banke
Rondumme zienen stam
Van steefdig’ eekne planken,
Ne tweede banke kwam
Weer boeten um dee eene,
An stutten eekenhoalt;
Zoo ston op negen beene
De linde groot en aold.

Bronnen:
Vredenberg, Jan, ‘Herman Berghege’ in:
- Aold Hoksebarge, augustus 1974
- Jaarboek Twente 1970
Löwik, Frank, ‘De Twentse Beweging’.

Foto afkomstig van de Facebookpagina Oud-Haaksbergen: https://www.facebook.com/groups/171140093245568, geüpload met commentaar door Eric Ooink van de Historische Kring Haaksbergen

Laatst aangepast opzondag, 12 March 2023 19:30

Openingstijden Historisch Centrum

maandag 09.00-12.00 en 13.30-17.00 uur
dinsdag 09.00-12.00 en 13.30-17.00 uur
woensdag Gesloten
donderdag 19.00-22.00 uur
vrijdag  09.00-12.00 uur

Contact

Historische Kring Haaksbergen
Markt 3 - Souterrain Gemeentehuis    
7481 HS  HAAKSBERGEN
Tel.: 053-5742374
E-mail: info@historischekringhaaksbergen.nl 

Bankrekeningen

Voor schenkingen en giften:
Rabobank: NL76RABO0324229917
ANBI-nr. 8056.08.837
Voor lidmaatschap en abonnement:
Ing: NL23INGB0002547699

Overige gegevens 

Kamer van Koophandel: 40073806
Fiscaal nummer: 8056.08.837
Statuten