SITE DOORZOEKEN MET GOOGLE SEARCH

2020 Foto's

Foto van de week 30 maart - 5 april 2020

Kaasmakerij-Pannekoekenboerderij Buurse
ANSICHTEN afl. 85

De voormalige kaasmakerij Buurse kennen we nu beter als Erve de Hooge Esch, het pannenkoekenrestaurant aan de Alsteedseweg 38 in Buurse.

De monumentale boerderij kent een geschiedenis die in 1906 begon. In de gevel van het woongedeelte bevindt zich een herdenkingssteen die ons aan het bouwjaar en de naam van de opdrachtgever herinnert. “Gebouwd door G.J.P. van Heek, 1906”, vermeldt deze gevelsteen.

Erve Grobbink
De boerderij met chaletstijl-achtige detaillering is sinds 1997 een gemeentelijk monument. Deze werd gebouwd op het achtererf van een veel oudere boerderij, namelijk het erve Grobbink.
Boerderij Grobbink is het monumentale pand aan de Alsteedseweg 42-44, in de hoek van het weiland voor het restaurant en vlak aan de grote weg gelegen. Ook deze boerderij met een eeuwenoude geschiedenis is gemeentelijk monument. Het Grobbink wordt voor het eerst genoemd in het Schattingsregister van 1475. Eigenaar is dan de familie Bevervoorde van het Huis Oldemeule in Eule (nu Oele). Vanaf 1621 waren de bewoners, de familie Grobbink, zelf eigenaar, maar in 1827 wordt de boerderij verkocht aan de familie Wolfering in Alstätte. Zij waren de molenaars op de Haarmühle. In 1905 verkocht de familie Wolfering het erve Grobbink aan Gerrit Jan Pieter (Jan) van Heek (1866-1937). Van Heek was textielfabrikant en sinds 1893 firmant bij de firma Gebroeders van Heek-Schuttersveld in Enschede. Hij stond bekend als een assertief en vooruitziend ondernemer. Via de familie van zijn moeder, de familie Ter Kuile, had deze Van Heek-telg al diverse eigendommen in Buurse. Zo was hij eigenaar van de Huurnerbulten, het Witte Veen en erve het Markslag.

Bouw van ‘t nieuwe Grobbink (nu Erve de Hooge Esch)
Jan van Heek woonde aanvankelijk in Enschede en bewoonde na 1900 steeds vaker een kamer op het erve Markslag, waar hij voor eigen gebruik een jachtkamer liet bouwen. Pachter op het erve Markslag was sinds 1893 de familie Burgers-Wennink, die afkomstig was uit het Loo bij Mallem. Van Heek kreeg een relatie met Johanna Hermina (Jo) Burgers (1884-1971), de dochter van zijn pachter, die in 1905 moeder was geworden van Johan Herman Burgers. Het jongetje werd echter niet ouder dan twee dagen. Vanuit de ‘textiel-elite’ in Enschede werd het huwelijksplan van Van Heek met argusogen bekeken. In de zomer van 1907 traden Jan van Heek en Jo Burgers met elkaar in het huwelijk. Dit werd niet in Enschede voltrokken, maar ‘gewoon’ in Haaksbergen. Jo van Heek-Burgers, die in Buurse ‘Van Heeks Jannoäken’ werd genoemd, was in die dagen voor een Van Heek uit Enschede geen gelijkwaardige partner. Deze gedachte zal bij Jan van Heek hebben meegespeeld toen hij plannen wilde maken voor een geschikte woning. Wat ook meespeelde was dat Van Heek, die vanuit Enschede ‘Jan oet Buurse’ werd genoemd, naast zijn werk als textieltechnicus ook graag een modelboerderij wilde runnen. Hij besloot niet in Enschede, maar in Buurse op het erve Grobbink een nieuwe boerderij met fraaie woning te realiseren. Deze boerderij, die we nu kennen als ‘de Hooge Esch’, werd op het begin van het bouwland (de es) van erve Grobbink gebouwd en kwam in 1906 gereed. Het pand werd aanvankelijk gewoon ’t Grobbink genoemd. In 1922 kwam hier een autogarage/koetshuis bij en in hetzelfde jaar kwam er ook centrale verwarming. Het oude Grobbink werd bedrijfspand, waarbij het woongedeelte door personeel werd bewoond.

Echtpaar Van Heek-Burgers
Na hun huwelijk ging het echtpaar Van Heek in de nieuwe boerderij ’t Grobbink wonen. Jan van Heek, die het textielconcern Schuttersveld samen met zijn broer Gijs (N.G. van Heek 1875-1942) leidde, reisde vanuit Buurse bijna dagelijks op en neer naar Enschede. Aanvankelijk gebeurde dat nog per koets. De boerderij werd door personeel gerund. Het echtpaar Van Heek-Burgers kende binnenshuis veel verdriet. Vier keer bracht Jo een levenloos geboren kind ter wereld. Dit gebeurde in de jaren 1909, 1910, 1912 en 1923. Net als haar oudste zoontje zijn de kinderen in Buurse begraven op de oude N.H.-begraafplaats, achter de protestantse kerk aan de Alsteedseweg. Later zou het echtpaar een aangenomen kind, een meisje, in huis nemen. Jan van Heek overleed in februari 1937, 70 jaar oud. Zijn vrouw zou hem ruim 30 jaar overleven en stierf, 87 jaar oud, in november 1971. Beiden zijn begraven op de oude N.H.-Begraafplaats in Buurse.

Start Kaasmakerij
De boerderij was ondertussen eigendom geworden van de N.V. Gebroeders Van Heek (Schuttersveld) in Enschede. Oud-bedrijfsleider Ton Doorn (1931-2016) vertelde ooit: “zolang de fabriek goed draaide, kon er bij ons op de boerderij ook van alles”. Het was per slot van rekening altijd een modelboerderij geweest. Eind jaren ’60 brandde de veeschuur af. Er werd toen besloten een grote en hypermoderne loopstal te bouwen. Het was de derde in Overijssel en geschikt voor 160 koeien. Na het overlijden van mevrouw Van Heek-Burgers nam ‘de fabriek’ ook de exploitatie over van de boerderij en werd er gestart met een kaasmakerij. De boerderij telde toen de volgende veestapel: 150 koeien, 100 varkens en 60 stuks mestvee en kalveren. Bij de boerderij hoorde 195 ha grond, waarvan 20 ha bouwland (mais en gerst).
De boerderij werd geleid door Frans van Heek, een kleinzoon van bovengenoemde Gijs van Heek (1875-1942). Mevrouw Van Heek-Burgers was dus zijn oud-tante. Frans en zijn vrouw mevr. E.J. (Elsbeth) van Heek-Bosma woonden met hun drie kinderen in een nieuw gebouwde woning achter ’t Grobbink (de Hooge Esch). Het echtpaar volgde samen met medewerker A.B. (Alwies) Hummelink een cursus kaasmaken. In 1972 ging de kaasmakerij op ’t Grobbink open en werd er dagelijks 200 kilogram kaas per dag geproduceerd. Naast het echtpaar Van Heek en kaasmaker Hummelink werkten nog twee personen fulltime op de boerderij. De kaasmakerij werd gelijk een meerwaarde voor toeristisch Buurse en omgeving. Natuurvriendenhuis Den Broam nam het bedrijf in zijn excursieprogramma op.

Verkoop landerijen
Begin 1980 kwam het onheilsbericht dat de directie van Schuttersveld N.V. overwoog de boerderij in Buurse te verkopen. Het ging steeds minder goed met het textielconcern in Enschede. De exploitatie van het landbouwbedrijf zou niet rendabel zijn en uit economisch oogpunt achtte de directie van Schuttersveld het niet langer verantwoord de boerderij met 150 melkkoeien aan te houden. De kaasmakerij had de jaren hiervoor echter uitstekend gedraaid en het was niet de bedoeling deze bedrijfstak op te heffen. Allereerst zou de veestapel en landbouwgrond worden verkocht.
In 1981 wordt natuurgebied het Witte Veen door de Onroerend Goed Maatschappij Schuttersveld verkocht aan Natuurmonumenten, de huidige eigenaar.
De neergang van Gebr. Van Heek Schuttersveld bleek onvermijdelijk. Als één van de laatste Twentse textielfabrieken viel in 1982 ook het doek voor ‘Schuttersveld’.

Kaas maken zonder koeien
De kaasboerderij in Buurse bleef eigendom van de holding “Onroerend goed maatschappij Schuttersveld bv”. Vanaf het moment dat de koeien van het bedrijf waren verdwenen werd de melk, via de Ormet (melkfabriek), van één boer betrokken. Kaasmaker Alwies Hummelink was nu de beheerder. Hij runde de zaak samen met zijn vrouw Rosalien Hummelink-Westendorp. In 1983 verwelkomden zij de 15.000e bezoeker feestelijk. Een jaar later werd het 12½ jarig bestaan van de kaasboerderij gevierd. Dit ondanks de onzekerheden omtrent het voortbestaan. De familie Hummelink liet weten “de Van Heeks dankbaar te zijn dat zij het beroep, dat een groot deel van hun leven is geworden, nog steeds kunnen uitoefenen”. De kaasmakerij werd steeds vaker als toeristische trekpleister van Haaksbergen genoemd.

Verbreding met pannenkoeken
In december 1987 werd uiteindelijk ook de kaasboerderij door de Schuttersveld Holding verkocht. De nieuwe eigenaar werd de Eibergse beheersmaatschappij M. Pit Beheer, onder meer eigenaar van het schoonmaakbedrijf WEPI. De kaasboerderij zou blijven bestaan, maar de nieuwe eigenaar was van plan er een nog attractiever geheel van te maken voor de toerist en recreant. Er werden plannen gemaakt voor uitbreiding met een pannenkoekhuis. Beheerder Hummelink zou voorlopig de beheerder blijven en samen met zijn vrouw de kaasmakerij blijven runnen. Al in mei 1988 werd er een pannenkoekrestaurant geopend, dat meteen op een grote belangstelling mocht rekenen.

Van kaasmakerij naar bierbrouwerij
In 1995 werd het restaurant bij de kaasboerderij door de familie Pit verkocht aan de familie Wagemakers uit Eibergen, die het bedrijf per 1 mei dat jaar overnam. De familie Pit wilde het horecabedrijf graag uitbreiden, maar kreeg te maken met weerstand, ook omdat het bedrijf geen horecabestemming had. Pit bleef zich voorlopig richten op de kaasmakerij. Een jaar later kreeg het pannenkoekrestaurant alsnog de bestemming horecabedrijf.
In 2000 werd het bedrijfsgedeelte van de boerderij (kaasmakerij en pannenkoekrestaurant) gerestaureerd. Tegenwoordig is “Erve De Hooge Esch”, Onroerend Goed de eigenaar.
Het monumentale woongedeelte van de boerderij was eerder al in particuliere handen overgegaan, net als het koetshuis uit 1922, dat voor enkele jaren terug eveneens werd gerestaureerd.
Enkele jaren geleden werd de kaasmakerij stopgezet. De ruimte werd verbouwd tot een ambachtelijke Bierbrouwerij. Rigters Bier brouwt hier gerstenat, dat wordt verkocht in het restaurant. Rondleidingen, proeverijen en complete arrangementen zijn hier tegenwoordig te boeken, zodat Erve de Hooge Esch nog altijd bijdraagt aan toeristisch Haaksbergen.

Bronnen:
- Kadastrale leggers en Burgerlijke Stand
- Historisch Boerderijonderzoek Haaksbergen
- Diverse krantenartikelen
- A.F. Doorn, ‘Tachtig jaar op deze aardbol’.
- Tina Hammer-Stroeve, 'Een textielondernemersfamilie in Twente; De Van Heeks van Schuttersveld (1859-1982).
De Oostendorper Watermolen staat sinds 1548 op deze plek en is gebouwd in opdracht van keizer Karel V, die sinds 1528 de landsheer van Overijssel was. Op 18 september 1548 is de molen gaan draaien. Eerst alleen de korenmolen (links) want de oliemolen was op dat moment nog niet helemaal klaar. De eerste mulder op de molens was Johan ten Oostendorp. Hij maalde “upt derde vat”. Dit betekende dat hij het scheprecht had. Hij mocht als maalloon een aantal scheppen uit ieder aangevoerd vat graan nemen, waarvan één derde deel voor de keizer was, één derde deel voor de drost en de rest was voor hemzelf.

Foto afkomstig van de Facebookpagina Oud-Haaksbergen: https://www.facebook.com/groups/171140093245568, geüpload met commentaar door Eric Ooink van de Historische Kring Haaksbergen

Laatst aangepast opzondag, 12 March 2023 18:57

Openingstijden Historisch Centrum

maandag 09.00-12.00 en 13.30-17.00 uur
dinsdag 09.00-12.00 en 13.30-17.00 uur
woensdag Gesloten
donderdag 19.00-22.00 uur
vrijdag  09.00-12.00 uur

Contact

Historische Kring Haaksbergen
Markt 3 - Souterrain Gemeentehuis    
7481 HS  HAAKSBERGEN
Tel.: 053-5742374
E-mail: info@historischekringhaaksbergen.nl 

Bankrekeningen

Voor schenkingen en giften:
Rabobank: NL76RABO0324229917
ANBI-nr. 8056.08.837
Voor lidmaatschap en abonnement:
Ing: NL23INGB0002547699

Overige gegevens 

Kamer van Koophandel: 40073806
Fiscaal nummer: 8056.08.837
Statuten