Foto van de week 05 - 11 augustus 2019
- lettergrootte lettergrootte verkleinen Lettergrootte verkleinen
ANSICHTEN afl. 52 Kerk van den H.Pancratius Haaksbergen
Vroeger werden regelmatig dezelfde foto’s gebruikt voor verschillende uitgaven van ansichtkaarten. Deze interieurfoto van de Pancratiuskerk is daarvan een voorbeeld. De linker kaart met jaartal 1905 is een zogenaamde ‘doorloper’. Dit zijn de oorspronkelijke ansichtkaarten, waarbij de hele achterkant was gereserveerd voor de adressering. Pas na 1905 werd de kaart met een gedeelde achterkant, dus met een middenstreep, geïntroduceerd. De twee briefkaarten rechts kennen een middenstreep en zijn uitgaven van de Haaksbergse firma Van den Broek & Adolfs. De bovenste, met de tekst op de kerkvloer, werd in augustus 1908 door “Betsy en Piet” gepost voor “Den Heer J. Vink, Hoogstraat” in Vlaardingen. De andere kaart werd circa 1910 uitgeven. We zien op de foto het priesterkoor, de ruimte waar zich het hoofdaltaar bevindt. De foto zal omstreeks 1904 zijn gemaakt.
De linker en oudste briefkaart (Carte Postale) werd 9 oktober 1905 verzonden voor “den Heer H.J. Dievelaar te Haaksbergen”. Afzender is “Bernard” met de vermelding p.f.. Wie waren deze personen en welke relatie had de familie Dievelaar met het priesterkoor van de Pancratiuskerk? Het volgende verhaal gaat over de Haaksbergse familie Dievelaar en het in 1888 vernieuwde priesterkoor.
Familie Dievelaar
De familie Dievelaar behoorde in Haaksbergen tot de kleine groep van R.K. notabelen. In 1827 vestigde Antonius Johannes Dievelaar (1803-1887) zich in Haaksbergen. Hij was geboren aan de Beltrumsestraat in Groenlo en de zoon van een bierbrouwer. In het Münsterland had hij zich het vak van blauwverver en blauwdrukker meester gemaakt. Hoewel de familie meerdere generaties in Groenlo had gewoond stond het stamhuis elders, namelijk in de Dijkhoek, ten zuiden van Borculo. Hier bevindt het erve Develman of Develde, ook wel Dieveler of Dievelaar genoemd, waaraan de familie de naam heeft te danken. De eerste generatie Dievelaar in Haaksbergen vind je in officiële stukken ook af en toe onder de naam Dieveler.
Eerste generatie Dievelaar
In 1830 kocht A.J. Dievelaar op een openbare verkoping van de goederen van de burgemeesterszoon Christiaan Waanders het pand dat tegenwoordig het adres Jhr. von Heijdenstraat 1 heeft. Hij vestigde hier, aan de toenmalige Oostenstraat, een blauwververij en -drukkerij, met daarbij een kleine winkel en een landbouwbedrijf. In datzelfde jaar huwde hij met Fredrika Margaretha Stüve, de dochter van de mulder van de Oostendorper watermolen. Fredrika overleed kort na de geboorte van haar tweede kind in 1833. In 1834 hertrouwde Dievelaar met Johanna Hermina Meiman uit Liederholthuis bij Heino. Uit dit huwelijk werden tien kinderen geboren. Uit het eerste huwelijk werd alleen een dochter volwassen. Zij was pastoorsmeid in Ruurlo. Uit het tweede huwelijk werden vier kinderen volwassen; twee dochters en twee zonen. Eén dochter overleed ongehuwd op jonge leeftijd. De andere huwde met de dokter J.P.H. van de Burg, die enkele jaren gemeente-arts van Haaksbergen was. Zoon Herman werd priester en zoon Johannes Antonius Dievelaar zou zijn vader in Haaksbergen opvolgen. Vader A.J. Dievelaar was ook politiek actief. In de periode 1851-1875 was hij wethouder van Haaksbergen. Als ondernemer had Dievelaar goed geboerd, waardoor hij zijn grondbezit flink kon uitbreiden. Hij was in 1850 eigenaar van de volgende boerenerven: Klein Temmink en Horstkamp (Temminkweg, Brammelerbroek), Eeftink (Boekelo), Mors (Buurse) en Oostendorp (nu recreatiebedrijf ’t Stien’nboer in Langelo). Kort voor 1851 kocht hij van de horlogemaker F. Lankheet ook het huis rechts naast zijn woning aan de Oostenstraat, tegenwoordig Jhr. von Heijdenstraat 3. Bij de grote brand van Haaksbergen raakten beide panden zwaar beschadigd, waarna er nieuwbouw plaatsvond. Hierbij ontstond het huidige karakteristieke pand Dievelaar, Jhr. von Heijdenstraat 1-3, tegenwoordig een gemeentelijk monument.
Tweede generatie Dievelaar
Johannes Antonius Dievelaar (1838-1905) volgde zijn vader niet alleen op als ondernemer, maar ook als wethouder. Hij zou dit tot in de zomer van 1881 blijven. In oktober 1897 tot zijn overlijden in 1905 was hij opnieuw wethouder. Dievelaar huwde in 1862 met Johanna Maria Olminkhof (1843-1910) van ‘de Jonge Scholte’ uit Olden Eibergen. Zij wilde liever niet in het dorp wonen, maar op een boerenbedrijf. Daarom begonnen zij een landbouwbedrijf en tapperij aan de Enschedestraat op ‘den Hazen’. Dit is de boerderij waar later de familie Koenderink woonde en nu de familie Laarman. De manufacturenwinkel in het dorp werd voorlopig nog gerund door de ouders Dievelaar. Om de zaak te kunnen leiden verhuisde het echtpaar Dievelaar, met inmiddels twee kinderen, in 1868 alsnog naar het ouderlijk huis aan de Oostenstraat. De boerderij aan de Enschedestraat werd verpacht. A.J. Dievelaar zou vooral bekend worden als steenfabrikant. In 1869 kocht hij op de grens van Langelo en Rekken, aan de huidige Appelhofweg, een steenoven. Hier bouwde hij in 1872 een boerderij met kantoorruimte. Dit is nu boerderij De Appelhof. Voor diverse panden in de gemeente Haaksbergen werden hier de stenen en pannen gebakken. Enkele debiteurenboeken van deze firma (de zogenaamde stenenboeken) zijn bewaard gebleven en een leuke bron van informatie. Het echtpaar Dievelaar kreeg acht kinderen, waarvan nummer vier levenloos werd geboren en nummer zes als kind is overleden.
Naatje, de oudste dochter, huwde met de gemeenteontvanger Johan Meijerink en woonde aan de Spoorstraat. De jongste dochter Marie woonde in Losser en was gehuwd met de manufacturier Jozef ten Brink. Van de vier zonen bleven de jongste twee, Herman en Bernard, ongehuwd. Herman Dievelaar (1874-1959) was horlogemaker/juwelier aan de Spoorstraat. Bernard Dievelaar (1881-1952) ontving in 1906 zijn priesterwijding. Hij was achtereenvolgens pastoor van Makkum, Hilversum en vanaf 1940 in Broekland.
De oudste zonen, Hendrik en Tonie, namen de manufacturenzaak van hun ouders over. De steenfabriek van vader J.A. was na zijn overlijden stilgelegd. Hendrikus Johannes (Hendrik) Dievelaar (1867-1953), de oudste van de zonen, leerde het manufacturiersvak in Velp. Hij huwde in 1912 met Marie Blokhuis uit Denekamp. Tot 1916 woonde het gezin in het pand Jhr. von Heijdenstraat 3. Toen begon Hendrik een textielzaak in Neede, waar het gezin zich ook ging vestigen. Hendrik en Marie kregen zes kinderen. Hendriks broer Antonius Johannes (Tonie) Dievelaar (1869-1956) bleef Haaksbergen trouw. Hij was aanvankelijk sigarenmaker. Met stenen uit de eigen bakkerij bouwde hij omstreeks 1895 achter het ouderlijk huis een sigarenfabriekje, dat maar enkele jaren heeft gedraaid. Tonie legde zich hierna volledig toe op de manufacturenzaak. In 1902 huwde hij met Francisca Helena Stokman en na haar overlijden in datzelfde jaar hertrouwde hij in 1911 met Maria Margrita von Sadelhof. Uit het eerste huwelijk werd dochter Marie geboren. Zij zou later huwen met de Hengelose hotelhouder Antoon Leemreis. Uit het tweede huwelijk werden, naast twee levenloos geboren kinderen, de dochters Jo en Dora geboren. Jo Dievelaar huwde met Theo van Geyn en Dora zou ongehuwd blijven. Jo en Dora Dievelaar hebben de textielzaak voortgezet tot deze in 1965 werd stilgelegd. In Haaksbergen is de familie Dievelaar, na het overlijden van mevrouw Van Geyn-Dievelaar in 2008, uitgestorven. De Needse familietak is nog springlevend, maar de meeste leden wonen niet meer in Neede.
Afzender Bernard
Wie ontving nu in 1905 van ene Bernard het kaartje met daarop de foto van het priesterkoor van de Pancratiuskerk? De latere Needse manufacturier Hendrikus Johannes (Hendrik) Dievelaar werd 9 oktober 1867 aan de Enschedesestraat (op d’n Hazen) geboren. Op zijn geboortedag in 1905 ontving hij deze kaart van zijn broer Bernard, die op dat moment nog priesterstudent was. Met de afkorting “p.f.” (pour felicité) feliciteerde Bernard zijn oudste broer van harte met zijn verjaardag. Dat Bernard dit kaartje had uitgezocht was waarschijnlijk niet zonder reden.
Priesterkoor met drie ramen
We zien op de foto het priesterkoor van de Pancratiuskerk, zoals deze is ontstaan bij de kerkvergroting in 1888. De architect van de kerkuitbreiding was Alfred Tepe uit Utrecht. Deze was uitgegroeid tot de belangrijkste architect van neogotische kerkgebouwen in het bisdom Utrecht. Tepe werkte met diverse kunstenaars samen, waaronder de beeldhouwer F.W. Mengelberg, eveneens uit Utrecht. Voor het nieuwe priesterkoor van de Pancratiuskerk werden in de ateliers van Mengelberg een altaar met communiebank en preekstoel vervaardigd. Stuk voor stuk kunstwerken die werden voorzien van fraai houtsnijwerk. Het altaar van Mengelberg staat centraal op deze foto. De achtergrond van het priesterkoor wordt gevormd door drie grote gebrandschilderde ramen. Het middelste raam is geschonken door pastoor Engbers, die pastoor was bij de uitbreiding van de kerk. Het raam vormt een voorstelling van het laatste Avondmaal. Het raam rechts is geschonken door Mr. Van Sonsbeek uit Zwolle “uit dankbaarheid voor zijn bemoeiingen bij de terreinaankoop” (hij was als advocaat ingezet, toen bleek dat niet iedereen het eens was met de aankoop van de grond, die nodig was om de kerkuitbreiding mogelijk te maken). Het stelt de voetwassing voor. Het raam links laat een voorstelling zien van de wonderbare broodvermenigvuldiging. Dit raam is een geschenk van de familie Dievelaar. Als kinderen van de schenkers waren Bernard en Hendrik Dievelaar hier trots op!
Foto afkomstig van de Facebookpagina Oud-Haaksbergen: https://www.facebook.com/groups/171140093245568, geüpload met commentaar door Eric Ooink van de Historische Kring Haaksbergen
Toegiften: